English version
* Draagvlak voor uw plannen en ideeën?
* Een nieuw plan of een andere campagne?
* Een tekst die effect sorteert?
* Een product of bedrijf?
* Internationale relaties?
* Een evaluatie van uw organisatie en
concurrenten?
* Project- of tijdelijk management?
Draagvlak
Zeestraat 133
2518 DH Den Haag

*tel: 070 - 323 78 22
*e-mail: draagvlak@ziggo.nl

 

Recent en eerder gepubliceerd - Klik hier voor een overzicht -
Directie: drs. Aad van der Werf

* ruime internationale marketingervaring
* achtergrond in fysische chemie en filosofie
* tweevoudige Effie bekroning voor effectieve reclame
* vinoloog van het jaar 1999


(*) verplicht

Naam:

E-mailadres:

Uw vraag:

Drie filosofen over verdriet
Descartes, De passies van de ziel, 1649/2008 (Theo Verbeek)
p.140: Droefheid is een onaangenaam kwijnen dat zijn oorsprong vindt in het ongemak dat de ziel ondervindt van een kwaad of een gebrek dat haar door hersenindrukken als iets van haarzelf wordt voorgesteld.
p.157: Kwijnen bestaat uit een in alle ledematen gevoelde neiging tot verlies van spanning en beweging. (Van Dale GWdNT 1976: 1. Niet tieren, zich bevinden in een toestand van geschokte gezondheid en verminderde krachten, lusteloos en slap zijn ten gevolge van lichamelijk onwel zijn.)
p.158: Ik wil wel toegeven dat ook haat, droefheid en zelfs vreugde, mits zeer heftig, een soort kwijnen kunnen veroorzaken, doordat ze de ziel volledig doen opgaan in de voorstelling van het object, vooral wanneer dat gepaard gaat met het verlangen naar iets dat men op dat ogenblik niet kan verkrijgen.

Spinoza, Ethica, 1677/2004 (Henri Krop)
p.333: def. af. 32: Smachtend verlangen is de begeerte of de aandrift iets te bezitten, die door de herinnering eraan wordt versterkt, en wordt geremd door de herinnering aan andere dingen die het bestaan van het verlangde ding uitsluiten. Het smachtend verlangen is daarom in werkelijkheid de droefheid, die het tegendeel vormt van de blijdschap die ontstaat door de afwezigheid van een gehaat object. (Saudade is voor den Portugees de herinnering, gemengd met vreugde om het beleven en droefheid om het voorbije. Slauerhoff in Wim Hazeu. Slauerhoff: Een biografie, 1998.)
p.487: V18s: dat de droefheid ophoudt een aandoening, dat wil zeggen, droefheid te zijn wanneer wij de oorzaken van droefheid leren kennen.

Cornelis Verhoeven, Dierbare woorden, 2002
p.362: wat wij daarentegen hopen of waarnaar wij smachten, is niet alleen niet direct aanwezig, maar wij weten zelfs niet precies wat het is, wij kunnen er ook geen aanspraak op maken en wij zijn bovendien voor de vervulling van dat verlangen afhankelijk van een macht buiten ons. Bij smachten, een woord dat vanouds ook met eten en drinken te maken heeft, denken we eerder aan een elementaire behoefte als honger of dorst waarvan de bevrediging nog voor een onbepaalde tijd wordt uitgesteld. Het zou zelfs zo kunnen zijn dat het aan dit gesuggereerde uitstel van de bevrediging en de passieve houding die dat met zich brengt, zijn meer verheven betekenis te danken heeft waardoor het in de buurt gekomen is van een romantisch kwijnen, klein worden in het zicht van iets groots. Dat element en dat effect lijken ook aanwezig te zijn in het lang van verlangen en in het voorzetsel naar dat daarbij hoort. Het verlangen rekt zich als het ware uit naar de verte, in het verlengde van alles wat op dit moment bereikbaar of te bewerken is. In smachten en verlangen wordt de mogelijkheid van een onmiddellijke en actieve bevrediging ontkend of uitgesteld.

AvdW, januari 2020

Terug naar het overzicht