* Draagvlak voor uw plannen en ideeën?
* Een nieuw plan of een andere campagne?
* Een tekst die effect sorteert?
* Een product of bedrijf?
* Internationale relaties?
* Een evaluatie van uw organisatie en
concurrenten?
* Project- of tijdelijk management?
* Een nieuw plan of een andere campagne?
* Een tekst die effect sorteert?
* Een product of bedrijf?
* Internationale relaties?
* Een evaluatie van uw organisatie en
concurrenten?
* Project- of tijdelijk management?
Directie: drs. Aad van der Werf
* ruime internationale marketingervaring
* achtergrond in fysische chemie en filosofie
* tweevoudige Effie bekroning voor effectieve reclame
* vinoloog van het jaar 1999
Zelfkennis van grote geesten
Francis Bacon, (1561-1626): Mijzelf vond ik bij uitstek geschikt tot aanschouwing van de waarheid.
Galileo Galilei, (1564-1642): Het is zeer waar dat onze reputatie bij onszelf begint, en dat wie hoog gewaardeerd wil worden, eerst zichzelf hoog moet waarderen.
Rene Descartes, (1596-1650): Je pense, donc je suis.
Blaise Pascal, (1623-1662): Il faut connaitre soi-meme; quand cela ne servirait pas trouver le vrai, cela au moins sert a regler sa vie, et il n y a rien de plus juste.
Arnold Geulincx, (1624-1669): Waar je niets vermag, moet je ook niets willen.
John Locke, (1632-1704): De geest is bij de geboorte als een schone lei, die beschreven wordt door de wereld van ervaring.
Baruch de Spinoza, (1632-1677): Uit heel grote verwaandheid en heel grote zelfverachting blijkt een heel groot gebrek aan zelfkennis.
Isaac Newton, (1642-1727): Ik weet niet wat de wereld van mij denkt. Maar mijzelf lijk ik alleen maar een jongen, die aan het strand speelt, en zich verheugt om een gladdere steen of een fraaiere schelp te vinden dan gewoon, terwijl de grote oceaan der waarheid onontdekt voor hem ligt.
I can calculate the movement of the stars, but not the madness of crowds.
Immanuel Kant, (1724-1804): Alleen de afdaling in de hel van zelfkennis bereidt de weg naar goddelijkheid.
Arthur Schopenhauer, (1788-1860): Zelfbeschouwing is een school der wijsheid; zelfkennis is het begin van zelfverbetering.
Charles Darwin, (1809-1882): Ik ben niet erg snel van begrip, niet scherpzinnig, mijn vermogen om een langdurige en zuiver abstracte gedachtegang te volgen is zeer beperkt,[maar] in het opmerken van dingen die makkelijk aan de aandacht ontsnappen, en in het nauwgezet observeren daarvan, ben ik beter dan de gemiddelde mens.
Sigmund Freud, (1856-1939): Everywhere I go I find a poet has been there before me.
Doordat we geboren worden hebben we dus de stap gezet van een absoluut onafhankelijk narcisme naar de perceptie dat de wereld buiten ons verandert en beginnen we objecten te ontdekken. En een feit dat hiermee verband houdt is dat we deze nieuwe toestand niet lang kunnen verdragen. We vallen regelmatig, in onze slaap, terug in onze vroegere toestand, waarin prikkels afwezig waren en objecten vermeden werden.
Bertrand Russell, (1872-1979): Three passions, simple but overwhelmingly strong, have governed my life: the longing for love, the search for knowledge, and unbearable pity for the suffering of mankind.
Carl Gustav Jung, (1875-1961): Alleen wie in zijn eigen hart kan kijken, krijgt een duidelijk inzicht. Wie naar buiten kijkt, droomt; wie naar binnen kijkt, ontwaakt.
Albert Einstein, (1879-1955): I have no special talent. I am only passionately curious.
Robert Musil, (1880-1942): Met al je observaties zal het je hoogstens lukken achter jezelf te komen, maar nooit in jezelf. Je blijft altijd buiten jezelf, wat je ook onderneemt. Je ziet een auto, en op de een of andere manier zie je daar ook schimmig bij: Ik zie een auto. Je bedrijft de liefde of bent verdrietig en ziet dat je het bent. In de volle betekenis is echter noch die auto, noch je verdriet of je liefde, noch jijzelf er helemaal. Niets is er meer helemaal zoals het er in je kinderjaren ooit was.
L.E.J. Brouwer, (1881-1966): Immers het enige ware voor mij is mijn eigen ikheid van het ogenblik, omgeven door een schat van voorstellingen, waaraan de ikheid gelooft, en die haar doen leven. Een vraag, of die voorstellingen waar zijn, heeft geen zin, voor mijn ikheid bestaan alleen de voorstellingen en zijn als zoodanig reeel; van een tweede, onafhankelijk van mijn ikheid, daaraan beantwoordende realiteit is geen sprake.
Fernando Pessoa, (1888-1935): Jezelf kennen is je vergissen en het orakel dat zei: Ken jezelf, stelde een grotere taak voor dan die van Hercules, en een raadsel dat zwarter is dan dat van de Sfinx. Jezelf bewust niet kennen, dat is de aangewezen weg. En gewetensvolle onwetendheid is het actieve gebruik van ironie.
Ludwig Wittgenstein, (1889-1951): Die Grenzen meiner Sprache bedeuten die
Grenzen meiner Welt.
Evert W. Beth, (1908-1964): De intuitionist vat de logisch-mathematische kennis op als een vorm van zelfkennis.
Cornelis Verhoeven, (1928-2001): Ik heb onwillekeurig wel eens het gevoel: mijn grote fout en mijn onvergefelijke zonde is, dat ik niet iemand anders ben. Welnu, een vriend is iemand tegenover wie zo een dwaas gevoel niet kan opkomen.
Andre Klukhuhn, (1940): Het zelf of het bewustzijn zou zichzelf moeten aanspreken en dat is net zoiets als iemand die probeert zichzelf op te bellen: belt men van thuis dan klinkt de ingesprektoon, en belt men van buiten dan neemt er niemand op.
Daniel Dennett, (1942): Ja, we hebben een ziel, maar die bestaat uit allemaal kleine robots.
Douglas Hofstadter, (1945): Is het niet redelijk te verwachten dat we, zoals we ons gezicht niet met eigen ogen kunnen zien, evenmin onze volledige mentale structuren kunnen spiegelen in de symbolen die deze uitvoeren?
Alle limitatieve Stellingen van de metamathematica en de computertheorie beweren dat de dood onvermijdelijk volgt zodra eenmaal het vermogen je eigen structuur weer te geven een zeker kritisch punt heeft bereikt: daardoor is het uitgesloten jezelf ooit totaal weer te geven. De Onvolledigheidsstelling van Godel, de Onbeslisbaarheidsstelling van Church, het Stopprobleem van Turing, de Waarheidsstelling van Tarski, bij alle is het alsof we naar een oud sprookje luisteren dat ons waarschuwt: Zoeken naar zelfkennis is als een reis die altijd onvoltooid zal blijven, op geen kaart te volgen is, nooit zal ophouden en niet kan worden beschreven.
AvdW, december 2018
Galileo Galilei, (1564-1642): Het is zeer waar dat onze reputatie bij onszelf begint, en dat wie hoog gewaardeerd wil worden, eerst zichzelf hoog moet waarderen.
Rene Descartes, (1596-1650): Je pense, donc je suis.
Blaise Pascal, (1623-1662): Il faut connaitre soi-meme; quand cela ne servirait pas trouver le vrai, cela au moins sert a regler sa vie, et il n y a rien de plus juste.
Arnold Geulincx, (1624-1669): Waar je niets vermag, moet je ook niets willen.
John Locke, (1632-1704): De geest is bij de geboorte als een schone lei, die beschreven wordt door de wereld van ervaring.
Baruch de Spinoza, (1632-1677): Uit heel grote verwaandheid en heel grote zelfverachting blijkt een heel groot gebrek aan zelfkennis.
Isaac Newton, (1642-1727): Ik weet niet wat de wereld van mij denkt. Maar mijzelf lijk ik alleen maar een jongen, die aan het strand speelt, en zich verheugt om een gladdere steen of een fraaiere schelp te vinden dan gewoon, terwijl de grote oceaan der waarheid onontdekt voor hem ligt.
I can calculate the movement of the stars, but not the madness of crowds.
Immanuel Kant, (1724-1804): Alleen de afdaling in de hel van zelfkennis bereidt de weg naar goddelijkheid.
Arthur Schopenhauer, (1788-1860): Zelfbeschouwing is een school der wijsheid; zelfkennis is het begin van zelfverbetering.
Charles Darwin, (1809-1882): Ik ben niet erg snel van begrip, niet scherpzinnig, mijn vermogen om een langdurige en zuiver abstracte gedachtegang te volgen is zeer beperkt,[maar] in het opmerken van dingen die makkelijk aan de aandacht ontsnappen, en in het nauwgezet observeren daarvan, ben ik beter dan de gemiddelde mens.
Sigmund Freud, (1856-1939): Everywhere I go I find a poet has been there before me.
Doordat we geboren worden hebben we dus de stap gezet van een absoluut onafhankelijk narcisme naar de perceptie dat de wereld buiten ons verandert en beginnen we objecten te ontdekken. En een feit dat hiermee verband houdt is dat we deze nieuwe toestand niet lang kunnen verdragen. We vallen regelmatig, in onze slaap, terug in onze vroegere toestand, waarin prikkels afwezig waren en objecten vermeden werden.
Bertrand Russell, (1872-1979): Three passions, simple but overwhelmingly strong, have governed my life: the longing for love, the search for knowledge, and unbearable pity for the suffering of mankind.
Carl Gustav Jung, (1875-1961): Alleen wie in zijn eigen hart kan kijken, krijgt een duidelijk inzicht. Wie naar buiten kijkt, droomt; wie naar binnen kijkt, ontwaakt.
Albert Einstein, (1879-1955): I have no special talent. I am only passionately curious.
Robert Musil, (1880-1942): Met al je observaties zal het je hoogstens lukken achter jezelf te komen, maar nooit in jezelf. Je blijft altijd buiten jezelf, wat je ook onderneemt. Je ziet een auto, en op de een of andere manier zie je daar ook schimmig bij: Ik zie een auto. Je bedrijft de liefde of bent verdrietig en ziet dat je het bent. In de volle betekenis is echter noch die auto, noch je verdriet of je liefde, noch jijzelf er helemaal. Niets is er meer helemaal zoals het er in je kinderjaren ooit was.
L.E.J. Brouwer, (1881-1966): Immers het enige ware voor mij is mijn eigen ikheid van het ogenblik, omgeven door een schat van voorstellingen, waaraan de ikheid gelooft, en die haar doen leven. Een vraag, of die voorstellingen waar zijn, heeft geen zin, voor mijn ikheid bestaan alleen de voorstellingen en zijn als zoodanig reeel; van een tweede, onafhankelijk van mijn ikheid, daaraan beantwoordende realiteit is geen sprake.
Fernando Pessoa, (1888-1935): Jezelf kennen is je vergissen en het orakel dat zei: Ken jezelf, stelde een grotere taak voor dan die van Hercules, en een raadsel dat zwarter is dan dat van de Sfinx. Jezelf bewust niet kennen, dat is de aangewezen weg. En gewetensvolle onwetendheid is het actieve gebruik van ironie.
Ludwig Wittgenstein, (1889-1951): Die Grenzen meiner Sprache bedeuten die
Grenzen meiner Welt.
Evert W. Beth, (1908-1964): De intuitionist vat de logisch-mathematische kennis op als een vorm van zelfkennis.
Cornelis Verhoeven, (1928-2001): Ik heb onwillekeurig wel eens het gevoel: mijn grote fout en mijn onvergefelijke zonde is, dat ik niet iemand anders ben. Welnu, een vriend is iemand tegenover wie zo een dwaas gevoel niet kan opkomen.
Andre Klukhuhn, (1940): Het zelf of het bewustzijn zou zichzelf moeten aanspreken en dat is net zoiets als iemand die probeert zichzelf op te bellen: belt men van thuis dan klinkt de ingesprektoon, en belt men van buiten dan neemt er niemand op.
Daniel Dennett, (1942): Ja, we hebben een ziel, maar die bestaat uit allemaal kleine robots.
Douglas Hofstadter, (1945): Is het niet redelijk te verwachten dat we, zoals we ons gezicht niet met eigen ogen kunnen zien, evenmin onze volledige mentale structuren kunnen spiegelen in de symbolen die deze uitvoeren?
Alle limitatieve Stellingen van de metamathematica en de computertheorie beweren dat de dood onvermijdelijk volgt zodra eenmaal het vermogen je eigen structuur weer te geven een zeker kritisch punt heeft bereikt: daardoor is het uitgesloten jezelf ooit totaal weer te geven. De Onvolledigheidsstelling van Godel, de Onbeslisbaarheidsstelling van Church, het Stopprobleem van Turing, de Waarheidsstelling van Tarski, bij alle is het alsof we naar een oud sprookje luisteren dat ons waarschuwt: Zoeken naar zelfkennis is als een reis die altijd onvoltooid zal blijven, op geen kaart te volgen is, nooit zal ophouden en niet kan worden beschreven.
AvdW, december 2018
