English version
* Draagvlak voor uw plannen en ideeën?
* Een nieuw plan of een andere campagne?
* Een tekst die effect sorteert?
* Een product of bedrijf?
* Internationale relaties?
* Een evaluatie van uw organisatie en
concurrenten?
* Project- of tijdelijk management?
Draagvlak
Zeestraat 133
2518 DH Den Haag

*tel: 070 - 323 78 22
*e-mail: draagvlak@ziggo.nl

 

Recent en eerder gepubliceerd - Klik hier voor een overzicht -
Directie: drs. Aad van der Werf

* ruime internationale marketingervaring
* achtergrond in fysische chemie en filosofie
* tweevoudige Effie bekroning voor effectieve reclame
* vinoloog van het jaar 1999


(*) verplicht

Naam:

E-mailadres:

Uw vraag:

God Bewijzen
Bewijslast
Stefan Paas en Rik Peels, God Bewijzen, 2013, p.23: Soms vraagt iemand ons wat voor goede argumenten we voor het bestaan van God hebben. Ons antwoord is steevast: Waarom zou ik met argumenten moeten komen? Ik heb altijd geloofd in God en het bevalt me goed. Laat maar horen welke argumenten jij hebt om te denken dat God niet bestaat. Mensen vinden dat flauw. Soms zeggen ze: Hoor eens: ik hoef niet te bewijzen dat God niet bestaat. Jij moet maar aantonen dat hij wel bestaat. Wie wat beweert, moet het bewijzen. Wie wat ontkent, hoeft dat niet te doen.
Frank van Eemeren, Rob Grootendorst, Dat heeft u mij niet horen zeggen, 1992, p. 31 e.v.: Het keuzeprobleem bij de verdeling van de bewijslast kan vermeden worden door strak vast te houden aan de regel dat elke partij die in een discussie een standpunt naar voren brengt, verplicht is dit desgevraagd te verdedigen. De meest directe manier om de bewijslast af te schuiven, is botweg te stellen dat iemand die het niet met je eens is maar moet aantonen dat je ongelijk hebt.
John Allen Paulos, Irreligion, 2008, p. 41 e.v.: "There is no way to conclusively disprove the existence of God. The reason is a consequence of basic logic. In fact, existential statements, those asserting that there is a nonmathematical entity having a certain propterty (or set of noncontradictory properties), can never be conclusively disproved. No matter how absurd the existence claim (there exists a dog who speaks perfect English out of its rear end), we can't look everywhere and check everything in order to assert with absolute confidence that there's no entity having the property. Existence claims can, however, be proved simply by presenting an example of an entity possessing the property in question (in this case a flatulently articulate canine pundit)."

Projectieargumenten
Stefan Paas en Rik Peels, God Bewijzen, 2013, p.116 e.v.: Dat mensen God gemaakt hebben is schering en inslag in atheistische literatuur. God is een product van onze verbeelding, onze angsten, onze overactieve breinmodules, en ga zo maar door. Zulke redeneringen noemen we projectieargumenten. Zij gaan er van uit dat mensen iets van zichzelf projecteren buiten zichzelf en dat god noemen. Uiteraard gebeurt dat onbewust.
L.M. de Rijk, Religie, normen, waarden, 2006, p. 269 e.v.: Het scheermes van Ockham voorkomt dat wij onze denkproducten zo serieus nemen dat we ze verabsoluteren, reificeren (verdinglichen), hypostaseren, projecteren in een hoger zijnsdomein, of hoe men het ook noemen wil. In het debat over religie en normen en waarden speelt dit verabsoluteren een kwalijke rol, met name in de projectie van een transcendente God. De kwalijke kanten van het projectiemechanisme zijn alleen te ondervangen door ons bij voortduring te realiseren dat alle denken van beneden naar boven gaat, en niet omgekeerd.

Immunisering
Stefan Paas en Rik Peels, God Bewijzen, 2013, p. 351 n. 17: In hoofdstuk 1 zagen we weliswaar dat geloven in het algemeen gezond is en gelukkig maakt. Dat wil echter niet zeggen dat elk aspect van geloof gelukkig maakt. Het zou bijvoorbeeld goed kunnen zijn dat bepaalde eigenschappen van God helemaal niet bijdragen aan het geluk van gelovigen en dat gelovigen zelfs veel gelukkiger zouden zijn als ze hun verlangens niet op God zouden projecteren.
Ton Derksen, De ware toedracht, 2010, p. 72 e.v.: Het scenario zelf is immuun voor weerlegging. Je zou even kunnen denken: Mooi, alles past bij dat scenario. Dat is dus een heel goed scenario. Het succes is echter schijn. Zo een scenario is gelijk aan het weerbericht Morgen regent het of morgen regent het niet. Zo een weerbericht krijgt altijd gelijk, maar het krijgt gelijk omdat het in feite niets over het weer van morgen zegt. Het vertelt je niet met wat voor weer je morgen op reis rekening moet houden. Het weerbericht krijgt altijd gelijk, omdat het bij elk mogelijk weer (regen, geen regen) past. Het weerbericht is - zoals dat heet geimmuniseerd. Het succes van het weerbericht ligt niet aan de kwaliteit van de voorspelling, maar aan de formulering van de voorspelling waardoor die voorspelling altijd uitkomt. Het succes is van eigen makelij.

Noodzakelijk
Stefan Paas en Rik Peels, God Bewijzen, 2013, p. 136: Om werkelijk een hoogste wezen te zijn, kan het niet zo zijn dat God er, net als mensen en dieren, ook niet had kunnen zijn, want in dat geval zou God niet werkelijk het hoogst denkbare wezen zijn. God is daarom een noodzakelijk wezen: hij kan niet niet bestaan.
Bertrand Russell, Why I am Not a Christian, The Existence of God, 1967/1957, p. 139: The word necessary I should maintain, can only be applied significantly to propositions. And, in fact, only to such as are analytic, that is to say such as it is self-contradictory to deny. I could only admit a necessary being if there were a being whose existence it is self-contradictory to deny.

Probleem van het kwaad
Stefan Paas en Rik Peels, God Bewijzen, 2013, p.201: Sinds enkele decennia wordt de logische versie van het probleem van het kwaad alom door zowel gelovigen als niet-gelovigen als weerlegd beschouwd en wel door het werk van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga. Nu hangen de meeste atheisten de evidentiele versie van het probleem van het kwaad aan: het bestaan van het kwaad in deze wereld maakt het bestaan van God niet onmogelijk, maar wel onwaarschijnlijk.
Etienne Vermeersch in gesprek met Dirk Verhofstadt, Een zoektocht naar waarheid, 2011, p. 271: Ik ben het niet eens met die slogan: Er bestaat waarschijnlijk geen God. Als men daar de God van het judaisme, het christendom of de islam mee bedoelt, had men moeten schrijven God bestaat zeker niet. Zodra je het woord waarschijnlijk gebruikt, kom je in het vaarwater van 'le pari de Pascal'.
L.M. de Rijk, Religie, normen, waarden, 2006, p. 218 e.v.: Hoe rijmt men Gods oneindige goedheid met het bestaan van het fysieke kwaad in de wereld (het probleem van het boek Job), hoe zijn oneindige goedertierenheid met de oneindige gestrengheid Gods enzovoort? Nadat in de periode van de Reformatie de individuele godservaring centraal was komen te staan, raakte men ook verward door de gedachte aan Gods gram en Gods wraakzucht wegens de radicale zondigheid van de mens (zie bijvoorbeeld Luther, Commentaar op Psalm 90, en elders). De gelovige hugenoot Pierre Bayle wees er in zijn Dictionnaire (lemma Pauliciens, Remarque 1) al op dat Calvijns predestinatieleer, mits goed tot in uiterste consequenties doordacht, fataal is voor godsgeloof en zo eigenlijk atheisme in de kaart speelt.

Vrije wil
Stefan Paas en Rik Peels, God Bewijzen, 2013, p. 210: Dat het mogelijk is dat een volkomen goede God kwaad toelaat, beargumenteert Plantinga met een beroep op de vrije wil. Ook bij andere christelijke denkers, zoals Augustinus, C.S. Lewis, Richard Swinburne en Peter van Inwagen speelt de vrije wil een belangrijke rol in hun antwoord op het probleem van het kwaad. Plantinga zet de vrije wil in om het logische probleem van het kwaad op te lossen. Mensen kunnen alleen moreel goed of moreel kwaad doen als ze een vrije wil hebben.
Susan Neiman, Het kwaad denken/Evil in Modern Thought, 2004/2002, p. 139: Een groot deel van de Theodicee van Leibniz is een poging om het antwoord van Augustinus tegen Bayles frontale aanval te verdedigen. Hoe de voorkennis van God te rijmen is met de vrijheid en welke opvatting van de noodzakelijkheid alle bezwaren omzeilt, zijn vragen die de kerkvaders bezighielden en die de tegenwoordige Leibniz-onderzoekers nog steeds interesseren. Juist hun subtiliteit is volgens Bayle een teken van angst en zwakte, want daarmee wordt geprobeerd ze onkwetsbaar te maken voor de bezwaren van het gezonde verstand.
p.140: Bayle, artikel Pauliciens, noot B: Geen enkele goede moeder die haar dochters toestemming gegeven heeft om te gaan dansen, zou haar toestemming niet intrekken als men haar verzekerde dat de dochters aan allerlei verleidingen zouden bezwijken en daar hun maagdelijkheid zouden verliezen. En elke moeder die zeker wist dat zoiets te gebeuren stond en ermee volstond hen aan te sporen om deugdzaam te zijn en dreigde hen te verstoten als ze niet als maagd thuiskwamen, zou zich het terechte verwijt op de hals halen dat ze noch van haar dochters noch van de kuisheid hield.
Steven Nadler, De best mogelijke wereld/The Best of All Possible Worlds, 2009/2008, p. 263: Voor Spinoza is er niets bovennatuurlijks; wat er ook bestaat of gebeurt is een onderdeel van de natuur en komt tot stand met een absolute noodzakelijkheid, als gevolg van natuurwetten en natuurlijke processen. Zelfs mensen en hun geestestoestanden, hun wilsbesluiten, passies, gedachten en begeerten, worden bepaald door natuurlijke oorzaken; nergens in de natuur bestaat vrijheid van de wil of onveroorzaakte spontaniteit, zelfs niet in de menselijke psyche. Met deze metafysica schrapt Spinoza verder zowel de goddelijke schepping van de wereld, aangezien de natuur (God) een door zichzelf veroorzaakt eeuwig systeem is, alsook de mogelijkheid van echte wonderen, aangezien er geen door bovennatuurlijke krachten veroorzaakte uitzonderingen op de noodzakelijke orde der natuur kunnen bestaan.

Moraliteit
Stefan Paas en Rik Peels, God Bewijzen, 2013, p. 242: We hebben gezien dat atheisme en agnosticisme geen samenhangende verantwoording kunnen geven van onze moraliteit. Dat is een ernstig probleem, omdat het betekent dat het steeds lastiger wordt om onszelf als morele wezens te begrijpen. Moreel scepticisme ondergraaft ons vertrouwen dat deze waarden (en niet andere) belangrijk zijn voor ons mens-zijn. Moreel nihilisme voedt onze twijfel aan de verbindende kracht (het gezag) van moraal in het algemeen.
Herman Philipse, Filosofische polemieken, Charles Darwin en de moraal, 2009, p. 147: Indien moraal uiteindelijk berust op geevolueerde en aangeboren emotionele systemen, die in culturele tradities verder vorm krijgen is de aan Dostojevski toegeschreven maxime onjuist. Ook als God niet bestaat, is niet alles toegestaan, want onze morele emoties nopen ons tot oordelen en veroordelen. We kunnen gewoon niet anders en er bestaat niet zoiets als een vrije keuze om al dan niet moreel te zijn.

Argumenten voor het bestaan van God
Stefan Paas en Rik Peels, God Bewijzen, 2013, p. 277: Aan het eind van dit boek gekomen, willen we een aantal argumenten geven voor het bestaan van God, zes om precies te zijn. Voor wie doen we dat? p. 282: Ten slotte: de meeste van de argumenten in dit hoofdstuk zeggen niet zoveel over Gods eigenschappen. Sommige argumenten impliceren dat God volkomen goed is, andere niet; sommige dat hij alwetend is, andere niet. Ze zeggen dus niet dat Zeus bestaat, of God de Vader van Jezus Christus. Ze zeggen slechts dat er een God is. Hoe wij die God ons dan precies moeten voorstellen is een mooi onderwerp voor een ander boek.
N.G. van Kampen, Waanwetenschap, 2002, p.94: Bestaat God? Als iemand me die vraag voorlegt heb ik het recht om hem te vragen wat hij bedoelt met de woorden die hij gebruikt. Wat bedoel je met God en hoe definieer je bestaan? Op die eerste vraag zal hij nog wel wat weten te antwoorden, er zijn definities van God te over. Maar de tweede vraag? Hoewel het woord bestaan een onmisbare rol speelt in allerhande diepzinnige filosofieen, en ook in de axiomas van de wiskunde, heb ik nooit een bevredigende definitie gehoord. Het lijkt wel of je daarnaar niet mag vragen. Of het wordt met een dooddoener afgedaan.�

Kalam kosmologische argument
Stefan Paas en Rik Peels, God Bewijzen, 2013, p. 286: De Amerikaanse filosoof William Lane Craig, die tegenwoordig de belangrijkste verdediger is van het kalam kosmologische argument, gaat nog wat verder, omdat hij van mening is dat we op basis van dit argument ook iets kunnen zeggen over de eigenschappen van God. Naast tijdloos, niet-ruimtelijk en immaterieel moet deze eerste oorzaak ook onveranderlijk zijn, omdat er geen verandering kan bestaan zonder tijd en ruimte. Deze oorzaak moet zelf onveroorzaakt zijn, omdat we anders terechtkomen in een oneindige reeks van gebeurtenissen.
Prof. Dr. H. Bart; Oneindig, wiskundig in het gareel; 2002; p.84: Het gaat er bij dit alles niet om dat er geen begripsmatige complicaties zouden zijn bij het werken met oneindige verzamelingen. Ook een groot geleerde als Galilei zag de gelijkheid van een oneindige verzameling en een deelverzameling, de natuurlijke getallen en de kwadraten, nog als een paradox. Waar het wel om gaat is dat men de verhelderingen die door Cantor in het denken over oneindige verzamelingen zijn gegeven niet onder het vloerkleed schuift. Juist niet als men een bijdetijds Godsbewijs wil produceren.

Finetuning
Stefan Paas en Rik Peels, God Bewijzen, 2013, p. 309: Finetuning houdt in dat het universum zo is afgesteld dat leven mogelijk is. Die afstelling is onwaarschijnlijk gevoelig. Met andere woorden: de kans dat er een kosmos is die leven voortbrengt, is ongelooflijk klein. Zo klein dat de vraag gerechtvaardigd is of hier meer aan de hand is dan toeval. Een argument voor Gods bestaan op basis van ogenschijnlijk ontwerp in de kosmos.
Ton Derksen, Lucia de B., 2006, p.31: Ze gebruikten dus in feite het Kleine Kans Principe: wanneer je weet dat de kans zeer klein is dat p (waar p staat voor een bepaalde uitspraak), dan is het redelijk om te geloven dat niet-p. Het is dit argumentatieprincipe dat achter het denkinstinct: Zo een coincidentie kan geen toeval zijn, schuil gaat.

Ontologische argument
Stefan Paas en Rik Peels, God Bewijzen, 2013, p. 322: Zonder twijfel is dit het meest eigenaardige argument voor het bestaan van God. Iedereen die het voor het eerst hoort, heeft het onweerstaanbare gevoel dat hij ergens beetgenomen wordt. En toch zijn sommige versies nog altijd niet overtuigend weerlegd.
G.E.M. Anscombe, An Introduction to Wittgensteins Tractatus, 1967/1959, p. 15: We cannot infer There is a God from For all x, if x is God, x has eternal existence. We can very well grant that and still ask: But is there such a being? We may well say: It belongs to the concept of a phoenix never to die, but eternally to renew its life in the flames; but we cannot infer from the concept that there lives such a creature.

Metafysica
Ten slotte enkele citaten uit een gedicht (8?-3-1914) van Fernando Pessoa, geschreven onder het heteroniem Alberto Caeiro, uit het Portugees vertaald door August Willemsen, 1991/1978, p. 85 e.v.:
Er is metafysica genoeg in denken aan niets. Wat ik denk van de wereld? Weet ik veel wat ik van de wereld denk! Als ik ziek werd zou ik daaraan denken. Welk idee heb ik over de dingen? Welke mening heb ik omtrent oorzaak en gevolgen? Wat heb ik tot nu bespiegeld over God, de ziel, Over de schepping van de Wereld? Ik weet niet. Voor mij is daaraan denken de ogen sluiten En niet denken. Het is de gordijnen dichtdoen Van mijn raam (dat geen gordijnen heeft).
De enige innerlijke zin der dingen Is dat ze geen enkele innerlijke zin hebben. Ik geloof niet in God omdat ik hem nooit heb gezien. Als hij zou willen dat ik in hem geloofde, Zou hij ongetwijfeld met mij komen praten En mijn kamer binnenstappen En mij zeggen, Hier ben ik!...
Maar als God de bloemen en de bomen is En de bergen en zon en het maanlicht, Dan geloof ik in hem, Dan geloof ik in hem op ieder uur, En mijn hele leven is 1 gebed en 1 mis, En een communie met de ogen en door de oren. Maar als God de bomen en de bloemen is En de bergen en het maanlicht en de zon, Waarom dan noem ik hem God?...

Aad van der Werf

Terug naar het overzicht